Over Siemen
Siemen Dijkstra (Den Helder, 1968)
Aan het einde van de jaren ’80 maakte ik mijn eerste landschappen in tekeninkt. Het was een aarzelend begin. Tot dan toe waren de fantasie en het verhaal de belangrijkste leidraad geweest voor mijn tekenwerk. De interesse voor het landschap was weliswaar latent aanwezig in mijn werk, maar die had nog geen zelfstandige vorm gevonden. Wel voelde ik een sterke verbondenheid met zowel het Groningse als het Drentse rurale landschap, wanneer ik daar bij nacht en ontij doorheen fietste. Het bracht mij terug naar het landschap waarin ik opgroeide als kind. Iets later dan de inktstudies volgden begin jaren ’90 de eerste kleurenhoutsneden met het landschap als onderwerp. Deze landschappen hadden nog wel een sterk symbolistisch karakter en gebaseerd op Noordelijke sferen, maar het vormde wel het begin van dit "oeuvre”. Het waren ook de Scandinavische schilders van het Fin de Siècle, die mij inspireerden. In een tijd van inhoudsloze impressionisten was men in deze landen op zoek naar de ziel van het landschap; de genius loki. Het vastleggen van ruimte op een plat vlak is één ding, het vastleggen van het onnoembare is een ander verhaal. In al die jaren dat ik mij bezighoud met het landschap, bedenk ik mij, dat ik eigenlijk aan het archiveren ben. Het archiveren van bezielde landschappen, voordat deze verdwenen zijn.
Want dat is mij in de jaren duidelijk geworden; het landschap staat onder steeds grotere druk, met aan de ene kant de toenemende kaalslag op het (gangbare) boerenland, en aan de andere kant de eilandjes natuur, die vaak net zo intensief beheerd worden.
Het maken van houtsneden is mijn hoofdbezigheid. Dat neemt veel tijd in beslag. De laatste jaren heb ik wat meer evenwicht gevonden tussen mijn tekenwerk en mijn houtsneden. Het tekenen van de "slachtoffers van ons jachtig bestaan", doe ik sinds de late jaren 80 van de vorige eeuw. Het betreft het vastleggen van dieren, meestal vogels, die ik vind op het erf of elders. Een dood dier, liefst nog niet in al te verre staat van ontbinding, is voor veel mensen weliswaar een triest beeld, maar voor mij een perfecte gelegenheid om het dier eens goed te bestuderen. De tekeningen maak ik met tekeninkt en gouache, of met aquarel. Vaak werk ik de tekening uit met pen, soms blijft het bij een ruwe schets. Heel af en toe maak ik de tekening op hout, zodat ik er later een houtsnede van kan maken. Het dier wordt na het tekenen begraven in de tuin. Het is een ode aan de schoonheid van het leven. Een contemplatie over ons eigen kortstondige verblijf op aarde..
In het landschap van Zuidwest Drenthe liggen mijn roots. Dit landschap heb ik van kinds af aan beschouwd als een mantel waaronder ik kon schuilen. Een landschap waarin je kunt opgaan en één mee kunt worden. Landschap is mijn religie.